Er nadert een politiewagen, brandweerauto, ambulance of ander hulpverleningsvoertuig met zwaailicht en sirene. Hoe kun je dan het beste reageren? En hoe voorkom je dat je jezelf of ander verkeer in gevaar brengt?

Iedereen reageert verschillend op naderende zwaailichten en of sirene(s), tegenwoordig zijn er ook vele verschillende soorten hulpverleningsvoertuigen in diverse kleuren. Hier in Friesland zal je voornamelijk ambulance, brandweer of politie met spoed tegenkomen, maar ook het Rode Kruis en Rijkswaterstaat kan je met spoed tegenkomen op voornamelijk de snelwegen of de Waldwei – N31. In andere regio’s kan je ook voertuigen van de veiligheidsregio(groen) of de reddingsbrigade tegenkomen.

Hoe moet je nou handelen als je zo’n voertuig met spoed tegenkomt? Ga je op een rotonde aan de kant of neem je dat extra rondje rotonde? Lees hieronder wat hulpverleners van je verwachten!

Tien tips bij sirenes en zwaailichten

  1. Blijf kalm en rustig.
    Kijk eerst wat de mogelijkheden zijn en kies dan wat je gaat doen. Doe dit pas op het moment dat het ook veilig kan. Als ruimte maken tot een onveilige situatie leidt, dan is het ook voor het voorrangsvoertuig veiliger om even te wachten. Het voorrangsvoertuig zoekt zo veel mogelijk zelf zijn weg. Je kunt ervan uitgaan dat de bestuurder ziet waar het voorrangsvoertuig er door kan.
  2. Aan de kant op de rotonde.
    Rij je op een rotonde, blijf dan op die rotonde totdat het hulpverleningsvoertuig de rotonde heeft verlaten. Vervolg daarna je weg zoals gepland.
  3. Als er een rijstrook vrij is, laat deze dan ook vrij.
  4. Houd afstand van je voorganger.
    Op die manier kun je ruimte maken voor het hulpverleningsvoertuig. De afstand tot je voorganger is groot genoeg wanneer je de hele achterbumper van je voorganger kunt zien.
  5. Laat de vluchtstrook vrij voor het hulpverleningsvoertuig.
    Is er geen vluchtstrook vrij tijdens een file? Houd dan ruimte vrij tussen twee rijen auto’s zodat voorrangsvoertuigen alsnog kunnen passeren. In Duitsland noemen ze dit een rettungsgasse, verkeer op de linkerrijstrook gaat zoveel mogelijk naar links en op de rechterrijstrook zoveel mogelijk naar rechts. Ook bij file: Hou afstand tot je voorganger! Dan heb je ruimte om te manoeuvreren. In Duitsland gebruiken hulpdiensten de vluchtstrook niet, daarom is daar de rettungsgasse heel normaal.
  6. Houd je aan de maximumsnelheid.
    Vervolg je weg totdat zich een mogelijkheid voordoet om ruimte te maken, zoals een rotonde of parkeerhaven.
  7. Houd je altijd aan de verkeersregels.
    Dit maakt je gedrag voorspelbaar voor de chauffeur van politieauto, brandweerwagen, ambulance of ander hulpverleningsvoertuig. Door je aan de regels te houden voorkom je ook dat je ander verkeer in gevaar brengt. Rij bijvoorbeeld niet door het rode verkeerslicht, dit is niet de bedoeling en ook niet toegestaan.
  8. Rij niet door rood, hou afstand tot de stopstreep.
    Hou voldoende afstand van de stopstreep of je voorganger. Wanneer de hulpdiensten moeten passeren, heb je voldoende ruimte om te manoeuvreren. De afstand tot je voorganger is groot genoeg wanneer je de hele achterbumper van je voorganger kunt zien. Moet je toch een stukje naar voren ondanks het rode licht, rij dan voorzichtig een paar meter naar voren, maar steek nooit de kruising over.
  9. Enkelbaanswegen: rij door met de maximumsnelheid, minder vaart als je wordt ingehaald door het hulpverleningsvoertuig.
    Op een enkelbaansweg is het belangrijk om te kijken of er een (ver)harde berm of vluchtheuvel is waar je de auto voorzichtig naartoe kan sturen. Probeer dit echter op een beheerst tempo te doen en ga niet met volle vaart de (midden)berm in. Trap in geen enkel geval vol op de rem. Een hulpverleningsvoertuig rijdt snel en je loopt het risico dat de bestuurder niet is bedacht op een plotselinge afname van je snelheid. Kan je nergens naartoe? Rijd dan rustig verder en zoek zo snel mogelijk naar een veilige plek waar je de auto aan de kant kan zetten.
  10. Kijk regelmatig in je spiegels
    Het is soms lastig een voorrangsvoertuig op tijd op te merken. Uit onderzoek blijkt dat het vaak voorkomt dat je het voorrangsvoertuig laat opmerkt als je rijdt met een wat hogere snelheid en het voorrangsvoertuig van achteren nadert. Je kunt het voorrangsvoertuig dan namelijk pas horen als het al vrij dichtbij is. Kijk daarom regelmatig in je spiegels, dan zie je een voorrangsvoertuig eerder.

Bron: Veiligheidsregio Fryslan en Osw.nl

Meer weten?
Kijk dan op: de website van de ANWB, de website van de brandweer of de website van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid.