“Enige tijd geleden draaide ik een nachtdienst op een donderdagnacht. Ik had dit keer een opstapper. Door een aantal zieken in het team van Leeuwarden was het aantal collega’s oneven en de een collega had gevraagd of hij dan bij mij op de auto kon. Geen probleem dus.

Na op een aantal meldingen te hebben gereden, kregen we de melding of we even bij een studentenflat, waar voornamelijk buitenlandse studenten woonden, wilden kijken. De locatie was mij bekend. We hadden hier niet zoveel meldingen, maar de studenten die hier woonden waren afkomstig uit zo’n beetje elk werelddeel en studeerden hier aan de hogescholen.

Via 1-1-2 was de melding binnen gekomen dat er mogelijk een vechtpartij gaande was. Het was de centralist onbekend of er wapens werden gebruikt, hoe groot de groep was, etc. De meldster was namelijk de Nederlandse en Engelse taal niet goed machtig.

Toen wij het terrein van de studentenflat opreden, zagen wij in eerste instantie geen bijzonderheden. Echter, na een paar meter zagen we een grote mensenmenigte van zo’n 40 personen die behoorlijk met elkaar op de vuist waren. Er werden over een weer behoorlijke klappen uitgedeeld. Ik vroeg mijn collega om via de mobilofoon onze bevindingen kenbaar te maken aan de rest van de collega’s in Leeuwarden.

Ik parkeerde mijn dienstvoertuig en haalde gelijk mijn diensthond uit de auto en pakte ook gelijk mijn lange wapenstok. Ik maakte luidkeels kenbaar dat ik van de politie was en ging “voorwaarts” met mijn diensthond. Een groot aantal, ogenschijnlijk lijkend op Chinezen, nam gelijk de benen en vluchtten in tegengestelde richting van mij. Her en der lagen een aantal slachtoffers op de grond met opgezwollen gezichten.

Echter, een paar meter verder zag ik dat een groep van zo’n tien personen om een persoon heen stonden die op de grond lag. Ik liep die kant op en zag vervolgens dat deze personen hard aan het intrappen waren op het slachtoffer. Nogmaals schreeuwde ik dat ik van de politie was en de eerste de beste die ik tegen kwam maakte kennis met mijn lange wapenstok.

De meeste personen schrokken en liepen gelijk hard weg. Twee personen bleven maar doortrappen op de lichaamsdelen van de persoon. Eén van deze twee schopte met kracht tegen het hoofd van het slachtoffer waarop ik met mijn lange wapenstok met een behoorlijke kracht op zijn rug terug sloeg. De manspersoon in kwestie gaf geen enkele krimp en ging door met het schoppen op het hoofd van de persoon die in de foetushouding lag.

Ik liet mijn diensthond schieten en deze pakte de “kopschopper” vol in zijn onderbeen. Toen mijn diensthond zijn bek op de kuit van de “schopper” had gezet, trok ik hem achteruit; weg van het slachtoffer. Mijn diensthond hield de verdachte vast tijdens het naar achter slepen van deze verdachte.

Ik keek om mijn heen en al het volk wat in eerste instantie stond te vechten was verdwenen. Mijn collega kwam aanlopen vanuit de richting van mijn dienstvoertuig en gaf gelijk aan: “Damn Hugo, zet voortaan je dienstauto niet zo dicht tegen een geparkeerd voertuig aan. Ik kon de auto niet uitkomen”. Ik loste mijn diensthond en de collega legde de handboeien aan bij de aangehouden verdachte. Ik bleef vervolgens bij de geboeide verdachte staan, terwijl mijn collega gelijk naar het slachtoffer liep en met spoed vroeg om een ambulance.

De meldkamer had uit voorzorg alvast een ambulance gestuurd, dus die was er zo en konden het slachtoffer meenemen naar het ziekenhuis. Het slachtoffer had diverse breuken en zijn hoofd was opgezwollen als een grote meloen. De collega’s die inmiddels waren gearriveerd, namen de verdachte van mij over en zekerheidshalve brachten ze deze maar eerst naar het ziekenhuis, zijn spijkerbroek was nogal rood geworden van het bloed wat uit de wond kwam op zijn kuit, die veroorzaakt was door mijn diensthond.

Wat bleek, in de studentenflat waren twee groepen personen: een groep uit China en een groep uit Mongolië. De Chinezen hadden een feestje en daarbij werden allerlei gerechten gekookt die in de ogen van de Mongolen nogal stonken. Daarom hadden ze de Chinezen maar aangevallen.

Voor wat betreft de opmerking van mijn collega, deze had inderdaad maar heel weinig ruimte om de auto uit te komen. Dit kwam niet alleen door zijn enorme spoiler op zijn buik, maar ook omdat ik mijn dienstvoertuig wel erg dicht tegen een geparkeerd voertuig had gezet. Tja, dat krijg je ervan als je in 99% van de gevallen alleen op het voertuig zit.”

Dit verhaal is geschreven door hondengeleider Hugo. Hij schrijft regelmatig blogs over zijn ervaringen bij de politie als hondengeleider. Meer weten? Volg Hugo op Twitter: [url=https://twitter.com/Hondengeleider]@Hondengeleider[/url].

112Fryslan